Grottenquiche

Verwarm de oven op 180° boven – en onder warmte.

Doe het vel bladerdeeg met het (keuken-)papier in een bakvorm en plooi de overtollige deegrand naar binnen. Snijd het teveel aan bakpapier weg.

Voor het beste resultaat en een krokante bodem kan je het deeg even ‘blind’ bakken (Prik gaatjes in het deeg met een vork. Bedek met een vel keukenpapier, vul met bakparels, linzen of knikkers, en bak tien minuten voor).

Maak de champignons schoon en snijd ze in 4 of 6 stukken, naargelang de grootte.

Versnipper de ui en plet de look.

Snijd de lente-uitjes in ringetjes en hak de bieslook.

Verhit een klontje boter in een hete pan en bak de champignons gaar. Doe er na een paar minuten de ui en look bij en verkruimel een blokje groentebouillon erover. Laat voldoende bakken tot het vocht volledig is verdwenen!

Bak de spekblokjes in een (andere) anti-kleefpan en laat even uitlekken op keukenpapier.

Doe de eieren in een mengkom, kruid met peper en zout, doe er een beetje nootmuskaat bij. Maak het af door het brikje kookroom eraan toe te voegen en meng goed.

Beleg het (voorgebakken) bladerdeeg met de mengeling van champignons, ui en look. Verdeel er ook de gebakken spekblokjes en de lente-uitjes over, en bedek met de gemalen kaas.

Overgiet het geheel met het ei-roommengsel.

Zet de belegde deegvorm in het midden van de oven en bak 40-45 minuten op 180° (duur hangt af van je oven).

Als de quiche klaar is, laat je hem best even afkoelen op een rooster.

Snijd als een vlaai, en serveer bijvoorbeeld met een lekker gemengd slaatje, op smaak gebracht met een vinaigrette van olijfolie, azijn en honing, en gehalveerde kerstomaatjes.